Ik ken elke vogel in de bergen.
Alle wilde dieren zijn van Mij. (..)
Dit is het offer dat Ik van jullie vraag:
Ik wil jullie dankbaarheid!
Doe wat jullie Mij beloven, Mij, de Allerhoogste God.
Roep Mij om hulp als jullie in moeilijkheden zijn.
Dan zal Ik jullie redden en jullie zullen Mij danken.
Psalm 50: 11, 14 en 15

Deze psalm gaat over dat God geen offers wil, want heel de aarde met alles daarop is van Hem. Maar Hij wil wel onze dankbaarheid, dat we ons woord houden en dat we Hem om hulp vragen.

Dezelfde God die de vogels maakte en in staat is om ze rond te laten vliegen, de wereld over te laten trekken en hun weg te laten vinden, wil ons helpen. We mogen bij Hem aankloppen, sterker zelfs, dat wil Hij graag. Als we natuur om ons heen zien mogen we daaraan herinnerd worden; de Maker van al deze wonderen wil graag dat we Zijn hulp vragen, en integer en dankbaar zijn.