Foto: Mijn opa droogt hier de tranen van mijn broer.

Als ik aan een goede trooster denk, dan denk ik aan mijn opa. Als wij moesten huilen, pakte mijn opa zijn grote witte zakdoek en droogde je tranen. Hij wuifde het verdriet niet weg, maar zei: “Kijk zei hij, hier is jouw traan, die bewaar ik in mijn zakdoek.” Zijn zorgvuldige manier van troosten zorgde ervoor dat je je getroost voelde.
Als ik aan de Geest denk als Trooster denk ik daarom aan mijn opa. De Geest schat ons verdriet op waarde. Staat er niet in één van de psalmen dat onze tranen in zijn fles worden bewaard?
En wat mij bijzonder treft, is dat de Geest zucht. In dat mee zuchten zit diepe troost en hoop verborgen. Hij daalt af in ons bestaan vol barsten, zodat onze tranen kunnen stromen. Hij waait met zijn liefdevolle aanwezigheid onze tranen droog, telkens opnieuw. Het mooie is dat de Geest verder waait door ons heen, want de troost waarmee we zelf getroost zijn kunnen we ook weer doorgeven aan anderen.
Ik hoop dat ik een beetje op mijn opa lijk. Een grote witte zakdoek heb ik alvast klaar gelegd voor de Pinksterviering in de tuin van het verpleeghuis.

Janneke Bregman