Dichter bij God

Dit Lichtpuntje gaat over Willem Barnard, de dominee die vooral dichter was. Op 15 augustus was het zijn 100ste geboortedag.
Is dat een goede reden om het over hem te hebben?
Dominees hebben de naam dat ze nogal eens hoogdravend praten, en dichters munten ook niet altijd uit in duidelijkheid.
De aantrekkingskracht van wat hij geschreven heeft is niet, dat het zonder meer gemakkelijk is.
De ene gedachte roept bij hem de andere op, en zo brengt hij verrassend allerlei originele verbindingen tot stand.
Het maakt je stil en zet je aan het denken, ook als je je niet altijd laat overtuigen door de verbanden die hij legt.
Zijn woorden brengen je dichter bij God.

Het bijzondere is dat Barnard ons in deze tijd iets heeft te zeggen.
Een boek dat hij geschreven heeft, draagt de titel: Stille omgang. Notities in het dagelijks verkeer met de Schriften.
Het verscheen in 1992, dat is lang voordat de coronacrisis uitbrak.
Maar in het gedeelte voor de maand augustus treffen we een gedicht aan dat zomaar op deze tijd kan slaan.
Op pagina 696 staan de volgende regels:

Laat niet, o Vader,
dat laatste, losbandige
schepsel, de mens,
Uw kunstwerk verstoren
als een baldadige
onrijpe knul,
met zijn rationele
agressie, zijn dadendrang,
zijn eenzijdige knapheid

die maar grijpt en be-grijpt
wat begeerlijk lijkt
om in zich op te nemen,
zonder nadenken, zonder
voorzichtigheid,
naar de gril van zijn wil,
naar de behoefte
van een moment,
meedogenloos.

Het lichtpuntje is dat God naar zo’n gebed luistert.
Het gedicht is daarom uiteindelijk niet beschuldigend maar troostend.
God geeft antwoord in de komst van Jezus, zijn Zoon.
Wat de mensen verprutsen, is hij goed komen maken.
De dichter vraagt of Jezus’ levensgang z’n betekenis mag bewijzen,
‘alles ter wille van Uw schepping!’

Klinkt dat vaag en ongrijpbaar?
Het gaat mijn begrip te boven.
Maar dat geldt per definitie van God.
Wat mij betreft: deze dichter brengt me bij God in de buurt.
Zo is hij voor mij: een dichter bij God.

Bert Loonstra