GEWOON ER ZIJN

Regelmatig krijgen wij de vraag: “Wat moet je daar nu voor kunnen, om bij jullie vrijwilliger te worden?” Het antwoord daarop is verrassend eenvoudig: je hoeft niet echt iets te kunnen, je moet er alleen maar echt willen zijn.

Voor veel van onze hulpvragers is het niet vanzelfsprekend dat er iemand is die echt tijd voor ze vrijmaakt; aan wie ze hun verhaal kunnen vertellen zonder dat dit direct consequenties heeft. Natuurlijk, de mensen die een beroep op ons doen hebben meestal een concrete hulpvraag. Er zijn schulden, er is woonruimte nodig of iemand heeft begeleiding nodig bij het vinden van een dagbesteding. Soms moeten de hulpvrager en de vrijwilliger samen snel aan de bak om erger te voorkomen. Maar telkens opnieuw merken we dat alleen het feit al dat iemand er zonder vergoeding en in zijn vrije tijd voor jou wil zijn de hulpvrager echt motiveert! Als een ander zomaar bereid is om in jou te investeren, dan wil je er zelf ook meer voor gaan.

Natuurlijk gaat het allemaal niet vanzelf. Om mensen te kunnen helpen is wel kennis nodig, en alle vrijwillige medewerkers krijgen dus de training die nodig is om ook echt stappen te kunnen zetten in een begeleiding. Maar om echt iets te kunnen betekenen is een relatie het belangrijkst. En die is er niet zomaar. Soms is het ook hard werken, van beide kanten. Het is elkaar leren vertrouwen, kwetsbaar durven zijn – ook als vrijwilliger. Bij veel begeleidingen wordt niet alleen de ‘hulpvrager’ versterkt, maar leert de ‘hulpverlener’ óók veel. Want wat een veerkracht en doorzettingsvermogen laten veel van onze cliënten zien in de dagelijkse strijd die het leven soms is. Wat een aanpassingsvermogen of bereidheid om te delen van het weinige dat ze hebben.

In zo’n relatie waarin we er gewoon voor iemand kunnen zijn, vervagen termen als vrijwilliger, hulpvrager of hulpverlener. Dan hebben we het uiteindelijk gewoon over twee mensen, die een tijdje samen oplopen en daar ieder hun eigen waardevolle effecten van zien en ervaren.