In deze tijd worden op woensdagavond tussen zeven uur en kwart over zeven de klokken geluid. Dat is bedoeld als signaal van hoop en troost voor allen die aan het virus lijden en voor allen die zich inzetten in de zorg voor de patiënten. Een bemoedigend gebaar van saamhorigheid.

In de Sint-Joostkapel wordt op voorstel van de koster van die kerk om beurten de klok geluid door een van de vier kleinere kerken aan de Hoge en de Lage Gouwe: Oudkatholiek, Luthers, Pinkstergemeente en Christelijk-Gereformeerd. Op 1 april waren wij aan de beurt. Het werd een bijzonder moment. Behalve onze koster Daan Oskam zou ook de burgemeester komen om een deel van de taak op zich te nemen. Verder was Marianka Peters van de Goudse Post van de partij, plus de koster van het kerkgebouw om een oogje in het zeil te houden. De burgemeester begon, Daan nam het over. Ondertussen vroeg de eerste om de sleutel van het orgel, waarna hij achter het speelklavier gezeten een vaderlands lied inzette. Marianka nam foto’s.

Toen ik stond te luisteren, viel me op hoe de heldere klank van het klokje zich mengde met de zware bassen van de Sint Jan 200 meter verderop. Verschillen hoeven elkaar niet uit te sluiten, maar kunnen elkaar aanvullen en versterken.

Op hetzelfde moment speelde zich dat ook voor mijn ogen af: samenwerkende kerken, de politiek en de journalistiek ontmoetten elkaar en versterkten elkaar. Gouda op z’n best. Een teken van vrede te midden van de bittere strijd die voorlopig nog onze volle inzet vraagt.

Bert Loonstra