Vakantie is voor mij altijd ook even wennen aan de vrijheid. Ik heb er naar uitgezien om een paar weken afstand te nemen van mijn werk in het verpleeghuis. Het was intensief en soms op het randje van mijn kunnen. Het is goed om nu even gewoon ‘te zijn’. Maar de lege ruimte is soms te stil en mijn lijf protesteert. Een paar dagen lig ik ziek in een donkere kamer. In mijn koortsige dromen komen beelden terug van afgelopen maanden. Licht en donker lopen dwars door elkaar heen, als verschillende kleuren verf die elkaar ontmoeten op het doek.

Ik prent het mezelf telkens in: het licht zal uiteindelijk de boventoon voeren. Het is een mantra wat ik herhaal. Want ergens in me voel ik het donker trekken: “Wat als het virus weer toeslaat in ons verpleeghuis?” En andere donkere gedachten tuimelen over elkaar heen.

Als ik mijn bed verruil voor de tuinstoel lees ik in de schaduw het boek “ De Keuze” van Edith Eva Eger. Het treft me vanaf het allereerste begin. Dr. Egers leven is vol duisternis geweest. Als tiener werd ze opgesloten in Auschwitz. Ondanks de vele verschikkingen die ze meemaakte, wist ze haar geestelijke en spirituele vrijheid te behouden. En daarmee is ze een bron van kracht en wijsheid voor anderen die ze bijstaat als psycholoog. Maar ook voor velen die haar boek lezen. “Niet om te denken: mijn lijden is minder belangrijk”, zegt ze, maar: “Ik wil dat je mijn verhaal leest en zegt: als zij het kan, dan kan ik het ook!”

Eén van de zinnen die me het meest raakt en ik na mijn vakantie in mijn kamertje in het verpleeghuis op ga hangen is deze:
‘We kunnen er niet voor kiezen om de duisternis te laten verdwijnen, maar we kunnen er voor kiezen om het licht te koesteren.’

Een mooie oefening voor komende weken, mezelf koesteren in het licht.

 

Janneke Bregman