Tuimelaar

Zich krommend in de afdaling.
Zwevend tussen hemel en aarde.
Waar zal het terecht komen?
Hoe heeft het zover kunnen komen?
Badend in gouden zonneschijn

Zelf aan het eind van zijn Latijn.
Kromgetrokken door alle
verdampte sappen in zijn aderen.
Verschietend van kleur
in zijn angst
tot een knapperig bladskelet
te verworden.

Verknisperd onder de schoen
van een wandelaar op aarde.

Hangend vergaan
tussen twee takjes
geklemd in de lucht

Van waar en waarheen?
Gekrulde zinnen van een onbeschreven blad.

Alyke Evers