Veerkracht

Ze woonde op de 3e etage van het verpleeghuis met uitzicht op boomtoppen. Ze was hoog op leeftijd, haar lichaam was broos, en ze was het leven wel moe. Hoe houdt u het vol? vroeg ik haar eens. Ze wees me op een nest in de boom tegenover haar raam. Eksters vernielen steeds het nest van die merels, zei ze. Het is al drie keer gebeurd, en steeds beginnen ze weer opnieuw. Dan komen we ze weer aanvliegen met takjes en van alles om hun nest te herstellen. Dat ontroert me, zei ze, die veerkracht.
Spoedig zal er een nieuwe bewoner komen wonen op haar kamer. Ik zal wijzen naar het nest in de boom en het verhaal vertellen van de veerkracht.

Mirjam van Esschoten