De vogels

De natuur gaat gewoon verder. Ik denk dat velen het hebben gezien, bewust of minder bewust van de schoonheid die onder onze ogen zichtbaar wordt. Onder het dak waar ik woon, wonen meerdere natuurbewonderaars. Zo ook mijn broer. Ik merk dat de laatste weken vaak vroeg in de ochtend. Rond zeven uur, als ik me nog een keer omdraai onder m’n dekbed, roffelt hij de trap af. Na een haastig ontbijt hoor ik hem vertrekken. ‘Tot vanmiddag, mam’, ‘Groetjes aan de meiden’ en de deur slaat dicht. Een opoefiets wordt uit het rijtje fietsen achterin de tuin getrokken, waarna hij in stevig tempo, met telescoop, kijker en voedsel om een dag door te komen op z’n rug, naar de Twaalfmorgen trapt. Daar ontmoet hij een aantal andere enthousiaste vogelaars. Ze speuren elk een vastgesteld stukje lucht af, op zoek naar alles wat op de wind zweeft met vleugels van veren.

Ergens in de middag hoor ik de deur weer dichtslaan. Hij is weer thuis. Wat nu volgt vind ik vertederend en soms irritant tegelijk. Het is passie en er is niet veel wat die passie kan stoppen. Zodra mijn broer een van onze gezinsleden tegenkomt, waar dan ook in huis, begint hij te vertellen over de dag en de gespotte vogels. Alles komt voorbij: soorten, zeldzaamheid, hoe vaak en waar hij ze al eerder heeft gezien, wie welke soort als eerste spotte, de thermiek in de lucht, hoe laat het stil viel en hoe het stukje plas-dras-gebied waar hij en zijn maten vogelspotten die dag erbij lag. De vogels kun je niet opsluiten. Mijn broer ook niet. Passies zijn niet te remmen door een virus. Akkoord, oppassen en aanpassen is nodig. Maar de manier waarop hij doorgaat met dat wat zo belangrijk voor hem is, inspireert mij om door te gaan met dat wat belangrijk voor mij is. Juist omdat ik weet dat niet alles op z’n kop staat en er dingen zijn die zelfs nu verdergaan, zoals de vogels.

Marleen Eijkelboom