To plant a garden is to believe in tomorrow (Audrey Hepburn)

De dagen in het verpleeghuis zijn intensief. Iedereen doet wat hij kan, maar de vermoeidheid slaat toe en het verdriet begint te wegen. De kring van fotolijstjes in de stiltehoek breidt zich in een ijzingwekkend tempo uit. De gangen zijn stil, de bloemen die in de eerste weken van lock-down in grote getalen werden gebracht, zijn verdord. Dit weekend schreef filmmaker Beri Shalmashi in de Volkskrant een indrukwekkend artikel. Als kind woonde ze in Iraans Koerdistan ten tijde van de langslepende oorlog. Ze leefden met alleen onzekerheden in het vooruitzicht, van dag tot dag. Dat is ook wat iedereen nu verbindt, zegt ze. We kunnen niet vooruitkijken en dat maakt onrustig.

‘Het dagelijks leven is beperkt tot de vierkante meters van je huis. Maar dat maakt het nog geen gevangenis. Deze zomer komen we niet verder dan de tuin, en met alle crisis in de wereld, het verdriet en de pandemie, is dat bezit alsnog een zegen. Een tuin, een balkon of zelfs een raam. Zolang we naar een morgen kunnen verlangen, ben ik tevreden met vandaag.’

En daarom koopt Shalmashi bloemzaden, zoals haar vader vroeger tijdens de oorlog deed, en ze zaait in haar kleine tuintje in Amsterdam.
Ook Marien, mijn man, is dagelijks in onze tuin bezig. De tuin is inmiddels een bloeiende belofte dat het morgen misschien beter wordt. Ook in het verpleeghuis.

Mirjam van Esschoten, geestelijk verzorger verpleeghuis Rotterdam