Bij mijn oma boven het orgel hing vroeger een bordje: Van het concert des levens, krijgt niemand een program. Ik weet niet of die spreuk in haar woonkamer haar goed deed want ze kon maar moeilijk met de onzekerheid van het bestaan omgaan. Ze was een tobber, zag altijd beren op de weg.

Ook ik kan nu soms bevangen worden door ongerustheid of angst. Dan kan ik ’s nachts niet slapen en spoken er allerlei vragen door mijn hoofd. Houden de IC medewerkers het nog vol en zijn er voldoende bedden? Hoe moet dat met al die kwetsbare kinderen die nu niet naar school kunnen? Wie zorgt er voor al die mensen in sloppenwijken waar dan ook ter wereld? Maar ook dichtbij: hoe lang zal het duren voordat Corona in het verpleeghuis waar ik werk opduikt en zijn we voldoende voorbereid? En natuurlijk ook: blijf ik zelf gezond en mijn dierbaren..

Van het concert des levens krijgt niemand een program. We zitten in een mondiale crisis, waar we en masse worden geconfronteerd met onze kwetsbaarheid. We weten niet wat deze crisis voor de wereld, ons land en voor ons persoonlijk leven zal gaan betekenen. We moeten afwachten, ons aan de maatregelen houden en op afstand verbonden blijven. En proberen ons niet door zorgen te laten overspoelen en vertrouwen houden. Leven met de dag.

Ik denk met warmte terug aan mijn lieve bezorgde oma, en ook aan mijn wijze grootvader die steevast op mijn oma reageerde met een Bijbeltekst uit Mattheus:
Maak je geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last’.